Onder welke voorwaarden mag men een erfdienstbaarheid van overpad oprichten, wanneer er geen toegang is tot een eigendom via de openbare weg? Mag men een verzoek doen voor een recht van overpad?

Volgens artikel 637 van het Burgerlijk Wetboek zijn er, voor wat betreft erfdienstbaarheid, twee eigendommen nodig die aan twee verschillende eigenaren toebehoren. Er wordt een verplichting opgelegd aan het erf dat ‘lijdend’ wordt genoemd, voor het belang van een ander erf dat ‘heersend’ wordt genoemd. Zo kan de eigenaar van een ingesloten terrein een verzoek indienen voor een recht van overpad over een van de eigendommen die hem insluiten. Een terrein wordt pas als ingesloten beschouwd, wanneer er geen enkele toegang is tot de openbare weg of geen enkele uitgang die voldoende is voor de behoeftes van het beheer van dit terrein.

 

Let op, het enige feit dat de toegang moeilijk is, is niet voldoende om het terrein te kwalificeren als ingesloten. Bovendien mag de eigenaar van het terrein niet zelf rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor zijn insluiting (bijvoorbeeld wanneer hij iets heeft gebouwd op de plek die hem toegang tot zijn terrein verleende). De rechters hebben de hoogste macht om te beoordelen of een terrein ingesloten is of niet. Wanneer dat het geval is, dient men een erfdienstbaarheid van overpad op te richten. De keuze voor de loop van het overpad wordt gedaan daar waar het pad naar de openbare weg het kortst is.

 

Welke formaliteiten zijn er bij het oprichten van een erfdienstbaarheid?

De formaliteit van het oprichten van een erfdienstbaarheid van overpad is een notariële akte (die bij een notaris ondertekend wordt). Deze formaliteit maakt het mogelijk om zo alle regels met betrekking tot de uitvoering ‘zwart op wit’ te zetten. Deze akte is onderwerp van een vermelding in de openbaarheid inzake grondverkoop; dit maakt het mogelijk om de erfdienstbaarheid inroepbaar te maken tegen derden (dat wil zeggen de personen die de overeenkomst niet hebben ondertekend). Degene die profiteert van het recht van overpad, moet degene die belast wordt met de erfdienstbaarheid, schadeloosstellen. Het bedrag hiervoor varieert al naargelang de schade die door de erfdienstbaarheid wordt veroorzaakt:

 

    • Schade veroorzaakt vanwege de loop (wanneer er bomen moeten worden verwijderd, bijvoorbeeld),
    • Schade die voortvloeit uit het gebruik van het overpad (geluidshinder veroorzaakt door het passeren van voertuigen, bijvoorbeeld),
    • Schade vanwege waardeverlies, dat het gevolg is van de oprichting van deze erfdienstbaarheid.

De kosten voor de notariële akte zullen eveneens voor rekening komen van degene die profiteert van het recht van overpad. Dit geldt ook voor de onderhoudskosten. Maar het is altijd mogelijk om iets anders te plannen, door middel van een overeenkomst.

 

Kan er een toegangspoort worden neergezet bij de ingang van een erfdienstbaarheid?

Het neerzetten van een toegangspoort maakt de toegang natuurlijk makkelijker. Het grondbeginsel van artikel 701 van het Burgerlijk Wetboek is dat de eigenaar van een terrein waarover een erfdienstbaarheid gaat “niets kan doen om het gebruik ervan te verminderen, of om het hinderlijker te maken.’’ Men kan dus altijd het overpad omheinen, maar wel op voorwaarde dat de buren de mogelijkheid en middelen krijgen om toegang te hebben (sleutel van de poort, afstandsbediening…)

 



Alle artikelen en afbeeldingen blijven ons eigendom en mogen niet zonder onze voorafgaande toestemming worden gekopieerd of vermenigvuldigd noch aan derden ter beschikking worden gesteld. 

Print artikel

Vindt u dit onroerend goed artikel interessant?

Open dit artikel als .PDF bestand, print het en verzamel het.